×
Waddenkust
Eetbare kust
7/9
Meebewegen met de dynamiek
Eetbare kust
De klimaatverandering het hoofd bieden lukt alleen met een flexibele houding. Meebewegen met de dynamiek en diversiteit van het landschap is de beste aanpak. Het vormt de basis voor een nieuw perspectief: De Eetbare Waddenkust.
De afwisseling tussen zoet en zout, nat en droog, hoog en laag en kleiig en zandig biedt ruimte aan flora, fauna en een gevarieerd voedsellandschap. Natuur en landbouw zijn niet langer tegenstellingen. Ze worden verweven in een brede, rijkgeschakeerde kustzone. De inrichting hiervan anticipeert op de klimaatveranderingen. Het voorziet de drie noordelijke provincies het hele jaar van voldoende voedsel en een divers menu.
De afwisseling tussen zoet en zout, nat en droog, hoog en laag en kleiig en zandig biedt ruimte aan flora, fauna en een gevarieerd voedsellandschap. Natuur en landbouw zijn niet langer tegenstellingen. Ze worden verweven in een brede, rijkgeschakeerde kustzone. De inrichting hiervan anticipeert op de klimaatveranderingen. Het voorziet de drie noordelijke provincies het hele jaar van voldoende voedsel en een divers menu.
Van productie voor de wereldmarkt naar kringlooplandbouw
Ontwerp voor een dynamisch voedsellandschap

De schijf van vijf voor de Groninger Waddenkust
Wat eten we in 2100?
Een systeem dat drijft op de dynamiek en diversiteit van het landschap biedt de mogelijkheid voor een breed palet aan producten: van aardappel tot kokkel, van zeekraal tot mosterd en van snijbiet tot spiering. Ons menu bestaat in 2100 voor een groot deel uit lokale – soms vergeten – gewassen en vangsten, maar ook uit nieuwe vormen van eiwitten zoals wieren en insecten. Door het warmer wordende klimaat kunnen we gewassen telen die nu alleen nog zuidelijker te vinden zijn.
Een systeem dat drijft op de dynamiek en diversiteit van het landschap biedt de mogelijkheid voor een breed palet aan producten: van aardappel tot kokkel, van zeekraal tot mosterd en van snijbiet tot spiering. Ons menu bestaat in 2100 voor een groot deel uit lokale – soms vergeten – gewassen en vangsten, maar ook uit nieuwe vormen van eiwitten zoals wieren en insecten. Door het warmer wordende klimaat kunnen we gewassen telen die nu alleen nog zuidelijker te vinden zijn.
Beeld van de productieve kwelder
Zes interventies als startpunt voor de Eetbare kust
De nieuwe kwelderkust biedt kansen voor voedselproductie, maar draagt ook bij aan het herstel van de biodiversiteit. Opslibbing geeft bescherming tegen de stijgende zeespiegel. Het opdelen van de kwelder in vakken, die op verschillende momenten worden afgegraven, resulteert in een afwisseling aan ontwikkelstadia en hoogtes. Hierdoor ontstaat een gevarieerd voedsellandschap. Op de lage delen groeit zeekraal, op de middelhoge delen graast jongvee en op de hoogste kwelder groeien graan en bonen.
Door de waterlopen uit het achterland opnieuw te verbinden met de wadkreken, verbeteren niet alleen de omstandigheden voor trekvissen, maar ontstaan ook nieuwe recreatieve knooppunten aan de Waddendijk. Deze zijn verbonden met de dorpen in het achterland. De knooppunten vormen het startpunt voor waddenexcursies. Ook worden hier vis, schaal- en schelpdieren en andere producten aan land gebracht en verkocht. De herintroductie van de spuisluis maakt passage voor trekvissen mogelijk.
In de landbouw van de toekomst worden lokale condities zoveel mogelijk benut en kringlopen gesloten. Akkerbouwers en veetelers kunnen meststoffen en veevoer uitwisselen ten behoeve van de circulariteit van de landbouw. Er komt meer ruimte voor akkerranden, bomenlanen en natuurlijke waterlopen. Een verhoging van de organische stof in de bodem, op de kwelderwallen en de laagtes rond de maren, biedt mogelijkheden om het zoete water langer vast te houden en geleidelijk af te geven aan de omliggende landbouwgronden.
Op geconcentreerde plekken kan geëxperimenteerd worden met brakke of zoute condities als nieuwe basis voor de landbouw. Ze bieden kansen voor de ontwikkeling van nieuwe zouttolerante gewassen. Deze brengen een geheel eigen smaak in het gebied en leveren wereldwijd te gebruiken kennis op over de teelt van producten in deltagebieden.
Het Lauwersmeer krijgt zijn zoute dynamiek terug. Een (gedempt) getij zorgt voor een variabele waterstand, variatie in zoet en zout water en een ecologische verbinding met de zee. De vegetatie in het gebied wordt in verschillende fases geoogst. Door een open verbinding met de Waddenzee kan Zoutkamp zich opnieuw als vissersdorp op de kaart zetten.
De zeespiegelstijging maakt de toekomst van de Waddenzee onzeker. Hoe sneller dit proces gaat, hoe meer sediment nodig is om de platen mee te laten groeien. Het verkleinen van het gebied dat met elk getij onderloopt en weer droogvalt, verbetert de balans tussen zeespiegelstijging en sedimentatie. Nieuwe oesterriffen houden sediment vast en door verlanding ontstaan meer wadplaten. De oesterriffen helpen bij de teelt van bijvoorbeeld schelpdieren en zeewier. Goed gepositioneerd kunnen ze daarnaast bijdragen aan het openhouden van vaargeulen.
Het toekomstig landschap van de Waddenkust
Maquette van Flux
Over het ontwerpbureau
FLUX
Flux is een bureau voor landschapsarchitectuur in Utrecht, dat is op-gericht door Gerwin de Vries. Op dit moment bestaat het bureau uit 15 landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen en ontwerpers. Kenmer-kend voor Flux is een onderzoekende en conceptgedreven aanpak. Het werk bevat verschillende schaalniveaus, van ontwerpend onder-zoek tot concrete ruimtelijke ontwerpen voor landschappen en open-bare ruimtes. Projecten zijn zowel stedelijk als landschappelijk en vaak gerelateerd aan thema's als klimaatsverandering, nieuwe vormen van ecologie, energietransitie, gezondheid, mobiliteit en circulaire economie.
Ga op ontdekkingsreis door een project